Qua politiek zitten we alweer in het interbellum tussen de begroting en de voorjaarsnota. Een soort dood tij in de jaarcyclus van een stadsbestuur waarin gewerkt kan worden aan de vele kleinere en grotere plannetjes. Je moet als bestuurder goed tegen enerzijds repeterende breuken kunnen en anderzijds de waan van alle dag. Als rode draad die ellendige herhaling van vastigheden en daarbij de steeds opborrelende kleinere en grotere problemen.
Al met al snap ik het besluit van wethouder Harrie Bosch wel, om na 5,5 jaar, het stokje door te geven aan Gilbert Isabella. Isabella staat als een net genezen kreupel paard klaar om voor het eerst na maanden stal de wei weer in te spurten. Iedereen die dat wel eens heeft meegemaakt snapt wat ik met deze vrij ongelukkige vergelijking bedoel. Als een raket schiet zo’n beest uit de startblokken. Alle opgespaarde energie moet eruit. Ik zie Isabella in staat om de twee-en-een-half jaar die hij heeft als een lange sprint af te leggen. Na eveneens 5,5 jaar in de wachtkamer kan hij eindelijk los en dat gaat de stad merken.
In het machtsvacuum tussen de annonce van Bosch om te vertrekken en de dag van morgen waarop Isabella wordt geïnstalleerd is er politiek enorm gewheeld en gedeald. Een aantal wijken zijn herverdeeld onder de collegeleden en D66 en GroenLinks zijn erin geslaagd zichzelf flink wat vingers in de pap te organiseren in de omvangrijke portefeuille van Bosch. Harrie, die de afgelopen weken heel wat weemoedige Tweets op Twitter plaatste, was wel klaar met de politiek. De repeterende breuk was de belangrijkste reden voor zijn vertrek maar dat de overige wethouders steeds meer wilde meekijken zal vast een rolletje hebben gespeeld. Zelf knalde ik soms pittig met de lange Helmonder. Toch deed dit geen afbreuk aan mijn respect voor hem. En dat is heel wat na 5,5 jaar in zulke verschillende rollen.
Wouter de Heus
Deze column is eerder gepubliceerd in
AD/Utrechts Nieuwsblad en op
WouterdeHeus.nl.