Ik heb er over gedacht om mijn column ‘Handige Harrie’ van twee weken geleden in de herhaling te doen. Daarin heb ik mijn mening over wethouder Harrie Bosch redelijk verwoord. Maar nu hij deze week plots aankondigde het Domstedelijke bestuur te verlaten vraagt dat om meer.
Meest herkenbare opmerking in de artikelen die gisteren al verschenen was die van de wijkraad Leidsche Rijn. Hebben ze na 5,5 jaar eindelijk het gevoel een beetje contact met hun wijkwethouder te hebben, vertrekt hij opeens. Ook die van het CDA valt op: hij had goed contact met bouwers, ontwikkelaars en bewoners. Tja, weer een bronzen plek voor ons als inwoners. Zelf sprak ik wat ontwikkelaars. Die zijn in zak en as nu Harrie gaat. Dat gevoel speelt ook bij zijn ambtelijke top. Het beeld klopt dus: goed bestuurder voor de interne organisatie, Harrie was ooit zelf dienstdirecteur in Utrecht, en voor de betonstorters. Bewoners snapten hem niet en vice versa. Dat blijft ontzettend jammer als we het over de erfenis van Bosch hebben: het had zoveel beter kunnen zijn.
Ook de PvdA heeft niet veel aan Bosch gehad. Natuurlijk liep hij tijdens campagnes, in rode jas, met gezonde tegenzin folders rond te strooien. Maar een rode gloed zoals Hans Spekman die heeft, ontbrak bij de vriendelijke Helmonder. En net nu Bosch zijn bos heeft omgekapt komen alle PvdA-besturen in het geweer omdat zij zich niet herkennen in de plaatselijke volksvertegenwoordigers en bestuurders.
Voor die partij hangt er dus ontzettend veel vanaf wie Harrie in het college gaat opvolgen. Net zo’n vriendelijke regent als Harrie, een onversneden socialist -maar machtspoliticus- als Spekman, een carrière gericht grachtengordeldier waar de partij aan ten onder dreigt te gaan of een acceptabele mengelmoes. Ik heb te doen met partijleider Rinda den Besten die dit beest moet temmen. Mijn advies: neem sowieso iemand die niet pas na vier jaar Algemeen Beschaafd Bewoners spreekt.
Wouter de Heus
Deze column is eerder gepubliceerd in
AD/Utrechts Nieuwsblad en op
WouterdeHeus.nl.