Als Gert-Jan Droge voelde ik mij, afgelopen maandag in de Utrechtse Stadsschouwburg. Ter lering ende vermaeck had ik een goed pak aangetrokken om een paar uur onderdeel te zijn van society minnend Utrecht tijdens het jaarlijkse Stadsfeest. Zeg maar de uiterst luxe setting voor de doodnormale nieuwjaarstoespraak van de burgemeester. De inhoud van de speech en de uitstraling van het evenement waren, laat ik het mild stellen, niet geheel in overeenstemming met elkaar. De toespraak ging over de crisis. Over economische neergang. Over een nieuwe realiteit. En natuurlijk waren er de welbekende successtory’s van de stad, de kansen die er liggen en werden her en der wat veren in gaten geschoven. Het geheel werd gelardeerd met politieke statements over hoe slecht ons kabinet is en hoe zuur de bezuinigingen op cultuur voor Utrecht zullen uitpakken.
Niet dat de strak gekapte en goed gelakte vinefleur van Utrecht zich leek te bekommeren om de crisis. Het enorm aantal peperdure dienstauto’s voor de deur van de Stadsschouwburg was al een veeg teken. En de bar, die maakte overuren. De sappige sateetjes gleden de hongerige kelen in naast smakelijke wijnen en andere spiritualiën. Om het de bierdrinker te vergemakkelijken waren er, naast een drietal barren, overal enorme manden neergezet met goudgele rakkers in een flesje. Nu kom ik zelf niet uit een lullig milieu, maar de overdaad overviel mij. Hoe zou een bijstandsmoeder uit Ondiep zich hier voelen?
Meest nieuwswaardig was dat Wolfsen met een nieuw plan gaat komen om de ‘onaantastbaren’ van de stad adequaat in het hok te trappen: “want in een rechtsstaat noemt niemand zich ‘onaantastbaar’”. Een forse misser omdat niet ons stedelijk addergebroed zich deze naam had aangemeten, maar stadssheriff Johan van Renswoude de ongelukkige titel introduceerde.
Kans van slagen lijkt mij overigens miniem. Een beetje onaantastbare wordt niet warm of koud van een vooruit-vecht-plannetje. Toen om half elf de eerste afgetankte aanwezigen zich op de dansvloer stortten, hield ik het voor gezien. Met, hoe keurig, een enkele jus d’orange achter de knoop.
Wouter de Heus
Deze column is eerder gepubliceerd in
AD/Utrechts Nieuwsblad en op
WouterdeHeus.nl.