Wat ben ik toch gek op ons stadje. Op de bijzondere plekken en mensen. En op mijn werk als Utrecht-columnist. Voor dit wekelijkse stukje kom ik op de meeste bijzondere plekken en ontmoet ik wekelijks dozijnen mensen die ik eerder niet kende. Dat maakt mijn dagen lang en vermoeiend, maar ook vrolijk, sprankelend en verrassend. Om met dat laatste te beginnen: ik heb zowel mijn middelbare schooltijd, mijn studententijd als mijn jong getrouwde tijd vooral doorgebracht in de zuidelijke binnenstad. Alles ten zuiden van de Dom was mijn domein. En dan denk je iedere steen, steeg en binnentuin daar te kennen. Mis! Afgelopen zondag was ik uitgenodigd op de herfst wijnproeverij van zo’n bijzondere Utrechter en zijn even bijzondere vrouw. Ditmaal niet in hun gezellige huis, maar op een van de voor mij meest verrassende en onbekende plekken van het Museumkwartier: de Sionskameren. Via een schuur aan de ABC-straat sta je opeens in twee rijtjes eeuwenoude armenhuisjes met een tuin ertussen. Ooit kruipend via zolders ontdekt door Dirkjan Haspels en samen met zijn vrouw omgetoverd tot woonhuis en Bed & Breakfast. Over enige tijd wordt een oude steeg naar de Nieuwegracht weer toegankelijk gemaakt en heeft de stad er zomaar een onnavolgbaar mooie plek bij. Gaat dat zien, zou ik zeggen.
Hetzelfde geldt voor De Sigarenfabriek in Lombok. Sigarenfabriek? Ja, Sigarenfabriek. Martin van Leeuwen en partner Petra Postmus hebben naast buurthuis Spirit op de Abel Tasmanstraat de directeurswoning van de voormalige sigarenfabriek van Maurits Wijzenbeek, die in het buurthuis zat, omgebouwd tot een privé-restaurant. Het stel kookt voor hun gasten, of je mag zelf koken. De schitterende eetkamer met haard en plaatsje grenst aan een prachtige keuken. De twee koken fantastisch en de sfeer is feeëriek. Ga er eten met de familie deze feestdagen, het zal u bevallen. En, zonder mijn prachtige werk was ik nooit in hun gastvrije armen beland. Hou je ogen dus open in deze mooie stad mensen, en anders doe ik het wel voor u.
Wouter de Heus
Deze column is eerder gepubliceerd in
AD/Utrechts Nieuwsblad en op
WouterdeHeus.nl.