
Klik hier voor een vergrotingMijn vriend had de buitenissigheid (want hoe zou ik het anders moeten noemen?) dat hij verliefd was op de nacht, en bij die gril van hem paste ik me geleidelijk aan - net zo als ik me naar al zijn andere vreemde grillen schikte. De godin van de nacht kon niet altijd bij ons zijn, maar wij konden haar aanwezigheid nabootsen. Bij het eerste ochtendlicht sloten we de zware luiken van het oude huis en staken een paar kaarsen aan die sterk geurden en slechts een zwak en spookachtig schijnsel verspreidden. Bij deze schaarse verlichting gaven we ons dan over aan onze dagdromen - wij lazen, schreven of praatten tot de klok ons de komst van de echte duisternis aankondigde. Dan trokken we arm in arm de straat op, zetten de gesprekken van de dag voort of dwaalden tot diep in de nacht rond om bij de fantastische afwisseling van licht en donker de dichtbevolkte stad die tijdloze roes te zoeken die rustig kijken teweeg kan brengen.
Citaat uit:
De moorden in de rue Morgue van Edgar Alan Poe
Een van de redenen waarom ik zo kan genieten van het maken van m'n nachtfoto's is misschien wel dezelfde roes die Poe in het citaat noemt.
Daarom bij dit citaat een paar foto's die ik in een vorige vakantie in Parijs heb gemaakt tijdens mijn wandelingen door die dichtbevolkte stad.
Frans de Jonge

Klik hier voor een vergroting
Klik hier voor een vergroting