Af en toe kan ik natuurlijk ontzettend zeuren. Zeuren over slechte bestuurders, amateuristische ‘professionals’ – niet zelden mensenhatende verkeerskundigen – en regenten van veelal socialistische huize.
Erfenissen spuien, ik word ervoor betaald. Omdat er, ook in dit prachtige land en ons fijne stadje, nog zoveel onnodig – of nodeloos – misgaat. Kijk je over de grens richting het voormalige Oostblok of Gaza gaat er natuurlijk iets pietluttigs uit van al te scherpe stukjes over de dwalingen binnen onze democratie.
Tijdens onze vakantie heb ik mij de eerste dagen ook schuldig gemaakt aan gezeur. Het standaard gezeur van de waardeloze kampeerder die ik ben. Kamperen is niet iets dat ik van huis uit heb meegekregen. Maar om aan de rand van een prima kamping in hartje Frankrijk vanaf de veranda van een nagelnieuwe Waikiki met drie slaapkamers, een badkamer en een keuken van kamperen te spreken gaat ver. Ik begin er zelfs lol in te krijgen, dit derde kampeerjaar met het gezin. En ik mag nog lezen ook! Na wat dikke pillen over de aanloop naar- en het verloop van de Eerste en Tweede Wereldoorlog sprak ik er met m’n jongens over. Over deze pikzwarte periode van de mensheid heb ik talloze boeken en documentaires verslonden. En telkens frappeert het hoe in die dagen eerst alle ‘zeurders’ werden afgeslacht en niet zelden na een forse folterbeurt. En moest de oorlog nog beginnen. Hoe zouden mijn pubers de huidige tijd beschouwen? Ik schrok hoe tieners de mogelijkheid van een koude oorlog of zelfs Derde Wereldoorlog bezighoudt. Ik ging er ten onrechte vanuit dat dit gevoel met het vallen van de muur, net na mijn 22e verjaardag, was verdampt.
Zelf ben ik niet pessimistisch. Maar zeker voor het gemoed van onze jeugdigen is het goed om in de gaten te houden hoe het de zeurders vergaat, in alle brandhaarden van de wereld. Het is een aardige indicatie hoe het er met die landen voorstaat. En dat is niet goed. Mocht ik niet meer zeuren, dan is het hier ook mis. Maar ik beloof u dat ik het kampeergezeur zal laten.
Wouter de Heus
Deze column is eerder gepubliceerd in
AD/Utrechts Nieuwsblad en op
WouterdeHeus.nl.