Ik was toch een tikje verbaasd toen ik vorige week het persbericht ontving dat FC Utrecht samen met de gemeente Utrecht heeft aangegeven mee te willen doen aan het bid van de KNVB voor het EK Vrouwen in 2017. Ruim drie jaar geleden heeft FC Utrecht toch zijn vrouwenteam de nek omgedraaid? Nog wel op de Internationale Vrouwendag.
Daarna heeft het vrouwenteam nog wel met veel kunst- en vliegwerk een doorstart gemaakt maar uiteindelijk bleek niemand bereid, ook de gemeente Utrecht niet, om het elftal te redden. Met als gevolg dat begin dit jaar het vrouwenelftal is opgeheven.
Terwijl als er één sport is die hard groeit, zo is ook te lezen in het persbericht over deelname aan het EK-bid, dan is dat wel het vrouwen- en meisjesvoetbal. In Utrecht met maar liefst 38 procent het afgelopen seizoen.
Een interessante groeimarkt zou je denken waarmee je mogelijk ook de Galgenwaard wat voller kunt krijgen. Ik vermoed echter dat de voetballerij nog veel te conservatief is om dat te erkennen. Vrouwen kunnen niet voetballen is wat je daar in de bestuurskamers nog steeds hoort, terwijl je dat soort uitlatingen bij bijvoorbeeld hockey en atletiek (Dafne Schippers) nooit hoort.
Maar een mens is nooit te oud om te leren. Stel dat de UEFA beslist dat de EK Vrouwen in 2017 in Nederland plaatsvindt. Met de openingswedstrijd in de Galgenwaard. Dat lijkt me een mooie aanleiding om het FC Utrecht vrouwenelftal weer nieuw leven in te blazen. Misschien zijn er wel een aantal vrouwelijke ondernemers en progressieve manlijke ondernemers die er geld in willen steken.
Mario Gibbels