Het stukje krant dat ik wekelijks met liefde voor u vul moet natuurlijk niet steeds over Utrecht gaan. Althans, wel over Utrecht maar dan niet alleen over het deel binnen de gemeentegrenzen. Toch ontkom ik daar vaak niet aan. Gelukkig is er eindelijk weer eens provinciaal nieuws. Dat er een gedeputeerde niet verder gaat vind ik persoonlijk amper nieuwswaardig. Ook dat de kieslijst van het provinciale smaldeel van het CDA is vastgesteld kan mij niet boeien. Interessanter is dat, nu de onzalige fusie met Noord-Holland en Flevoland is afgeblazen, er weer gezocht wordt naar een permanente commissaris van de Koning. De aimabele VVD-er Willibrord van Beek, die tijdelijk het stokje van rasregent Roel Robbertsen overnam, mag ook solliciteren. Net als u en ik overigens. Ik zal niet solliciteren beloof ik u bij deze plechtig, dus is het aan u. En navraag heb ik niet gedaan, maar her en der zoemt inmiddels rond dat Aleid Wolfsen in de markt zou zijn voor deze positie. Sterker, ik krijg uit meerdere hoeken en gaten onderwaterberichtjes via de sociale media of ik zo’n eventuele politieke terugkeer van de voormalige Utrechtse sensor niet kan blokkeren. Al zou ik het willen beste mensen, dan bezit ik daarvoor niet over de mogelijkheden. U schat mij duidelijk te hoog in. Buiten dat lijkt Wolfsen mij een uitstekende kandidaat voor het vrij inhoudsloze ambt van CvdK. Ik bedoel, een blind paard kan geen kwaad aanrichten in de oude Fortis-toren te Rijnsweerd en iemand moet het doen. En daarmee wil ik niets afdoen aan de kwaliteiten van de voormalige burgemeester van de Domstad. Hij kan echt dingen. En zijn zwakke punten, die er natuurlijk zijn, breken hem niet snel op in een amper dynamische wereld als het provinciale bestuur. Dus, laat Wolfsen maar lekker commissaris worden in Utrecht. Ik heb daar geen enkel probleem mee. En als Van Beek er nog een paar jaar aan zou willen plakken vind ik dat ook prima. U voelt al dat ik met ons provinciale bestuur heel wat minder gevoel heb dan voor de mooie steden en dorpen in het hartje van ons land.
Wouter de Heus
Deze column is eerder gepubliceerd in
AD/Utrechts Nieuwsblad en op
WouterdeHeus.nl.