
Klik hier voor een vergrotingSinds ik bezig ben met nachtfoto's is er om de zoveel jaar weer een medium dat aandacht besteedt aan de nacht. Een paar jaar geleden liep ik met Henk Westbroek achter de Dom voor een programma over mensen die 's nachts werken, en dit keer sta ik in de nieuwste editie van de Dakhaas.
Dakhaas is een Utrechtse benaming voor kat en een tijdschrift over Utrecht, met een themanummer over de nacht. Hoewel ik al een tijdje geïnteresseerd ben in het tijdschrift, is dit de eerste editie die ik echt helemaal lees.
Het magazine heeft een verrassend karakter, ik vind het goed passen bij de nacht. Die kan ook onverwacht uitpakken. Deze Dakhaas gaat over allerlei facetten van de Utrechtse nachten. Een nachtsafari, zes Utrechtse slaapkamers en wat wilde nachten. Maar het meeste trof me de tekst van Bakr Al Jaber.
Met een jeugd in Damascus, en de herinneringen aan de nachten daar, beschrijft hij de invloed van de nacht op de verhouding tussen hem en z'n stad. Een gevoel dat in elke stad anders is, omdat in iedere stad de nacht weer anders is. Cairo is lawaaierig, de nachten van Damascus zijn intiem, en de Utrechtse nacht is als een vluchtige glimlach.
Met weemoed heb ik het artikel over Rany van Le Carafon gelezen. Vroeger kwam ik er zo regelmatig, dat hij al een bitter lemon klaar zette als ik aan de bar ging zitten. Met m'n jongste zus bezoek ik het cafe als een toeristische attractie. Een betrouwbare attractie, die een keer m'n redding is geweest.
Twee jongens bedreigen me als ik over de Oudegracht naar huis loop. Ik bedenk dat Le Carafon nog open is, en ren naar het café. Buiten adem kom ik binnen en een man vraagt hoe dat zo komt. Ik leg het hem uit, en hij staat erop om met mij buiten de jongens op te zoeken.
De twee jongens zijn ondertussen een groep van een man of zes geworden. M'n beschermheer gaat midden in de groep staan en daagt ze alle zes uit. Als niemand reageert, maant hij de jongens om mij rustig naar huis te laten lopen. Als ik de volgende week in het cafe Rany naar de man vraag, hoor ik dat hij ergens op staatskosten logeert.
De veelbetekenende blik van Rany geeft aan dat het een onvrijwillige logeerpartij is. Ik weet niet of dat ook met nachtelijke activiteiten te maken heeft.
Frans de Jonge
Website van
de Dakhaas